De overheid gaat ervan uit dat burgers onafhankelijke en autonome wezens zijn die zichzelf kunnen redden en zelfstandig kunnen functioneren. Politieke keuzes zijn gericht op dit type burger, ook in het ouderenbeleid. De hulp die aan ouderen wordt geboden, is gericht op het bevorderen van hun zelfredzaamheid door het wegnemen van belemmeringen in hun functioneren. Anja Machielse maakt duidelijk dat dit geen recht doet aan de specifieke omstandigheden waarin veel ouderen verkeren. Hun kwaliteit van leven hangt niet alleen af van ziekten en beperkingen die negatief uitwerken voor hun functioneren, maar vooral ook van de mogelijkheden die ze hebben om met moeilijke situaties in hun leven om te gaan, zich aan te passen aan fysieke en mentale achteruitgang, het verlies van betekenisvolle anderen te verwerken, en pijnlijke kwesties zoals het gevoel van eindigheid of het naderende levenseinde te bespreken.