Het belang van sociale contacten en sociale competenties voor het persoonlijk en maatschappelijk leven van mensen krijgt de laatste tijd steeds meer aandacht. Over sociaal isolement – het ontbreken of het gebrekkig functioneren van sociale contacten – is nog betrekkelijk weinig bekend. Als er al ideeën over bestaan, dan hebben die vooral betrekking op de eenzaamheid onder alleenstaande ouderen of het teruggetrokken bestaan van langdurig werklozen en arbeidsongeschikten. Daarnaast wordt sociaal isolement in verband gebracht met specifieke probleemgroeperingen, zoals dak- en thuislozen, verslaafden en (ex-)psychiatrische patiënten.

‘Sociaal isolement in Nederland’ richt de aandacht niet op deze specifieke groeperingen, maar op de Nederlandse bevolking als geheel. Na een theoretische beschouwing wordt op basis van 3000 interviews een gevarieerd beeld geschetst van de achtergronden, oorzaken en gevolgen van sociaal isolement en de betekenis van sociale netwerken. Daarbij komen zowel individuele als maatschappelijke aspecten aan bod.

De auteurs constateren dat sociaal isolement onder alle lagen van de bevolking voorkomt en beschouwd moet worden als een relatief zelfstandig verschijnsel dat niet simpelweg te herleiden is tot iemands leeftijd, burgerlijke staat of arbeidssituatie. Aangezien sociaal isolement grote consequenties voor het individuele welzijn en het maatschappelijk functioneren van mensen heeft, zien de auteurs sociaal isolement niet uitsluitend als een privékwestie. Het is tevens een relatief nieuw bestaansrisico in de moderne samenleving. Meer beleidsmatige aandacht voor de leefsituatie en overlevingsstrategieën van sociaal geïsoleerde medeburgers is dan ook noodzakelijk.